Bomen in model

Bomen. Ze zorgen voor schaduw, ze geven mensen rust, zijn woningen voor diverse diersoorten. En... horen op een beetje modelbaan thuis.
Maar dan wel perfect nagemaakt. In dit artikel wordt uitgelegd hoe je dat redelijk eenvoudig voor elkaar kunt krijgen.

Benodigdheden

  • klos 0,35mm bloembindersdraad, verkrijgbaar bij hobbyzaak De Duif
  • schorspasta van de firma Anita Decor (productnummer AD-110)
  • diverse kleuren verf (bruin, zwart, beige, groen)
  • vliesmateriaal voor vijverfilters
  • grasvezels van Mininatur, in diverse kleuren (bijv. 002-23, 002-24, en eventueel 002-26), te verkrijgen mij Unique in Coevorden
  • bladmateriaal van Noch en MBR, in diverse kleuren (bijv. Noch-N07300, MBR-50-6002, MBR-50-6001)
  • bevlokkingsapparaat, bijv. de Gras Master van Noch
  • kwast
  • allesschaar/kniptang
  • plankje met een lengte van ongeveer 25cm

Eindresultaat

Beschrijving

De voorbereiding

Men neme een plankje met een lengte van 25cm en wikkelt daar 25x met het bloembindersdraad omheen, knipt de draad los van de klos. Vervolgens knipt men met een scherp allesschaar of kniptang alle draden op dezelfde plek door. Het resultaat is 25 draden met een lengte van ongeveer 50cm. Dit bos draad vouwt men exact dubbel en knip de ontstane lus ook weer door. Het resultaat is 50 strengen van ongeveer 25cm lang.

De wortels

Men begint de onderkant van de 50 strengen draad in elkaar te draaien. Dit kan prima met de hand omdat de draden maar 0,35mm dik zijn en zich makkelijk met de hand laten opdraaien.

De onderste 2 à 3 cm plukt men in bosjes van 10 draden bij elkaar en draait deze over een lengte van 1cm in elkaar. Er ontstaan zo 5 dikke wortel strengen. Deze streng van 10 draden splitst men wederom op in zeg 3 à 4 draden. Ook deze draait men een paar slagen in elkaar. Daarmee heeft men voor H0 een leuk wortel patroon klaar.

De stam

Een boom in de natuur heeft grosso modo een verhouding tussen stam en kroon van resp. 1/3 en 2/3. Om variatie in de bomen te krijgen kan men met deze verhouding wat spelen.

Omdat hier wordt gewerkt met draden van 25cm, is het eind resultaat een boom van ongeveer 18 à 20cm. Wat in werkelijkheid een boom oplevert van 15 à 17 meter. Lang niet gek.

Dus: men draait de 50 strengen vanaf de wortel kant over een lengte van ongeveer 6cm stevig in elkaar. Vanaf hier beginnen de takken.

De takken, takjes en twijgen

Now the fun part begins… Men is aangekomen met het maken van de eerste tak. Splits daartoe van de bundel van 50 strengen ongeveer 16 draden af. De overige draden blijven de stam vormen. Deze draait men over een lengte van 2 à 3 cm stevig in elkaar. De boom wordt daarmee naar boven toe automatisch wat dunner.

Terug naar de afgesplitste tak. Deze draden zijn te lang. De boom wordt zo veel te breed. Omdat te voorkomen maakt men een lus in de draden door het uiteinde weer naar de stam te buigen en draait de lus met 3 à 5 slagen in elkaar. Er heeft zich nu een lus gevormd van die 16 draden. Deze lus splitst men weer op in 2 lussen van 8 draden. Die lussen worden ook weer ongeveer met 3 à 5 slagen in elkaar gedraaid. Om wat e.e.a. wat natuurlijker te laten lijken, kan met de in bundel 3 slagen in elkaar draaien en de andere bundel 5 slagen.

Beide bundels van 8 draden worden ook weer opgesplitst in 2 bundels van 4 draden. Deze bundels draait men ook weer 3 à 5 slagen in elkaar. Varieer hier ook weer met het aantal slagen.

Men raad het al: dit op splitsen en in elkaar draaien in steeds kleiner worden de bundeltjes herhaald zich tot dat er nog maar 1 lus over blijft. Als men alles goed heeft gedaan houd men 16 kleine lusjes over.

Bovenstaand is de basis voor de takken. Zo werk je alle takken tot aan de top van de boom toe af, waarbij elke tak die hoger zit, steeds wat minder draden bevatten. Bijv. de tak boven de eerste tak (van 16 draden) zou bijv. 12 draden kunnen bevatten. De daarop volgende tak 8 enzovoorts.

De basis van de takken is nu klaar. Alleen bevinden zich aan het uiteinde van de takken zich nog lusjes. Met een allesschaar of kniptangetje knipt men lussen open. En buigt men de takken in de positie die past bij de boomsoort die men nabootst. Foto’s van het voorbeeld (bijv. Wikipedia) kunnen daarbij helpen.

Door steeds de boom van alle kanten te bekijken en de takken te buigen ontstaat een mooi drie dimensionaal beeld van de boom. Maar de stam en takken doen nog wat iel aan. Daar gaan we in de volgende stap wat aan doen.

De boomschorspasta

Met behulp van de boomschorspasta van Anita Decor gaat men de gehele boom voorzien van een laag pasta. Op de stam en dikke takken kan het materiaal wat dikker worden aanbracht. Met een kwast werkt het mooist. Werk de hele boom af. Tot aan het kleinste takje.

De stam en onderste dikke takken zullen een paar keer behandeld moeten worden. Even afhankelijk van de boom die je nabootst kan het nodig zijn om de laatste laag, als deze bijna droog is, na te behandelen met een tandenstoker. Door voorzichtig van boven naar beneden groeven in de stam te trekken (wat vaker met heel lichte druk, dan in één keer forser te drukken). Dit geeft een heel mooi natuurlijke schors aan een boom.

Het materiaal van Anita Decor is lastig te verkrijgen op de beurs in Houten of men zit aan hoge verzendkosten wanneer het via Internet besteld wordt. Een alternatief is om houtlijm te mengen met zaagsel. Dit geeft ook een goed resultaat.

Het op kleur brengen

Als de boomschorspasta is opgedroogd kan het op kleur worden gebracht. Een mix van zwarte en bruine verf geeft een goede basis voor een boomkleur. Zet de boom van top tot teen in die kleur.

Gebruik een lichtere kleur bruin/beige, grijs/wit om schors van de stam en onderste takken op te lichten. Men neemt op een zachte kwast een klein beetje verf en veegt deze bijna droog op een oude krant of wat keukenrol. De kwast bevat nu nauwelijks nog verf. Men brengt de highlights aan door de kwast voorzichtig haaks over de stam te halen. Alleen op de hoge delen van de stam ontstaat een lichter kleur. De lage delen blijven daarbij donker. Dit dry-brushen kan men vaker herhalen. Het effect wordt dan steeds sterker. Overdrijf het niet. Kijk naar foto’s van het voorbeeld.

In de natuur staat de noordkant van een boom het meest in de schaduw en blijft daardoor het langste vochtig. Met als gevolg dat zich daar mos op de stam vormt. Dit gaan we ook nabootsen. Door met een mosgroene kleur dry-brushend op te brengen. Ook hier: overdrijven is ook een vak.

Het bladerdak

Een boom is van nature vrij open van structuur. Men kan als het ware door de kruin van de boom heen kijken. Het gebladerte van de modelboom moet dus ook heel open van structuur worden.

Dat doet men door gebruik te maken van filtermateriaal voor vijvers. Dit filtermateriaal laat zich eenvoudig uit elkaar trekken tot dunne matjes. Het filtermateriaal moet nog wel op kleur worden gebracht. Men spuit dit materiaal in een donkere kleur door gebruik te maken van zwarte en bruine verf. Eventueel kan er nog een laag groen overheen worden gespoten. Voor de lazy people onder ons, kan ook gebruik worden gemaakt van de Poly Fibers van Woodland Scenics (artikelnummer FP178), verkrijgbaar bij de betere modelspoorzaak.

Van dit materiaal knipt men stukjes van ongeveer 2x2cm dat men vervolgens uit elkaar trekt tot er een heel dun vlies overblijft. Eventueel kan dit vlies ook nog worden opgedeeld in kleinere stukken.

Deze stukken plakt men op de takken die vooraf zijn voorzien van een dun laagje houtlijm. Doorzichtige alleslijm voldoet ook goed, als is de ervaring dat dit draden trekt. Werk in kleine gedeeltes om uitdroging van de lijm te voorkomen. Zorg ervoor dat op alle takjes en twijgjes filtermateriaal wordt aangebracht. Het makkelijkste werkt men van onder naar boven.

De ontstane boom lijkt qua structuur al heel natuurgetrouw.

De kruin van de boom wordt nog mooier door deze in te spuiten met spuitlijm en er vervolgens met de grass master een weinig vezels met een lengte van 2mm op aan te brengen. Dit doe je 2x, zodat het effect versterkt wordt. Probeer het vooral niet in één keer te doen, omdat de boom anders veel te dicht wordt. Tot slot werken we de boom af met miniatuurbladeren. Ook hiertoe spuit men de boom in met spuitlijm en strooit daar voorzichtig bladeren op, in de kleur passend bij de boomsoort die men nastreeft. Overdrijf hier ook niet. De boom moet transparant blijven.

Boomsoorten

Variaties in bomen verkrijgt men door de lussen minder ver in elkaar te draaien. Na het openknippen van de lus ontstaan lange takken, zoals die voorkomen bij bijvoorbeeld een lindeboom.

Door meer strengen draad te gebruiken (bijv. 100 i.p.v. 50) wordt een forsere boom verkregen. Door de strengen ook nog een langer te maken, ontstaat een boom met een forse stam en kruin, zoals bijv. bij een eik of beuk het geval is.