Militaire trein

In dit artikel wordt een handreiking gegeven hoe een realistische militaire trein in halfnul gemaakt kan worden. Militair transport op de baan is zwaar transport, vaak buiten profiel en best indrukwekkend om te zien.
Als voorbeeld is daarbij gekozen voor een trein uit begin jaren zestig in West-Duitsland, rijdende voor het United States Transportation Corps. De geallieerden waren immers in die tijd nog alom aanwezig in de verschillende zones van Westduitsland. De Koude Oorlog was op zijn hoogtepunt Begin jaren zestig reden vele treinen beladen met militaire US-voetuigen naar de buurt van Fulda. Daar verwachtte de NATO een mogelijke eerste aanval door de landen van het Warschaupact in een gebied rond Fulda. Dit gebied kreeg in strategische kringen de naam ‘Fulda Gap’. Reden voor de geallieerde bezettingslegers in Duitsland om dit gebied militair te versterken.
Onze halfnultrein moet een nabootsing worden van het militaire spoorvervoer in die periode rond 1960. Het gekozen tijdperk geeft ons de keuze stoomlocs (bij voorkeur BR44 of BR50, al dan niet met opdrukloc) of dieseltractie (V200) te stellen als tractie.

De trein gaat bestaan uit een rijtuig voor de manschappen, een achttal zwaartransportwagens voor de tanks en een paar rongenwagens waarop vrachtauto’s, jeeps en overige voertuigen geladen kunnen worden.
Overigens zijn verschillende van de hier beschreven technieken ook voor andere modelspoorprojecten te gebruiken.

Benodigdheden

Manschappenrijtuig

  • USATC Ligrijtuig, Roco Sondermodell voor Minitanks of Roco 44439 of vooroorlogse sneltreinrijtuigen
  • Manschappen van firma Noch, code 16503
  • Bruin kaft papier of inpakpapier
  • Cristal Clear
  • Secondenlijm
  • 10 Witte LED's, SMD-LED 1206, 400 mcd, type SLW1206 van de firma Conrad
  • 1 Weerstand 470 Ohm
  • Aluminium folie

Platte wagen

  • Ssym46 wagon van de firma's Liliput of Märklin
  • Ssym45 van de firma Roco
  • M48 'Patton'tank
  • Secondenlijm
  • UHU Hart
  • Houtlijm
  • Water
  • Airbrush en/of penselen
  • Soldeerbout
  • Schaar
  • Boormachine
  • 1,2 mm boortje
  • Verf, 31116 Airbrush zand van Revell
  • Verf, 31187 Airbrush aardkeur van Revell
  • Verf, kleur Geel
  • Verf, 311185 roestbruin van Revell
  • Verf, kleur Mat zwart
  • Verf, 31177 stofgrijs van Revell
  • Terpentine
  • Omnummersetje G333 van de firma Gassner
  • TL-Decals, Set 1420 (met de sterren)
  • TL-Decals, set 1425 (met de kentekens en registratienummers)
  • Modelbouw ketting van de firma Weinert of Conrad
  • Papieren zakdoekjes
  • Railspijkertjes
  • Zwarte krimpkous 1,6 mm van de firma Conrad of de elektronicazaak op de hoek
  • Modelbouw latjes, afm. 1 x 2 mm

Rongenwagen

  • Rmso31 van de firma Fleischmann
  • Rmms33 van de firma Piko
  • Rlmms58 van de firma Roco
  • Soldeerbout
  • GMC vrachtauto uit het assortiment Minitanks van de firma Roco
  • UHU Hart
  • Asoa beits van de firma Conrad
  • Dun fineer
  • Modelbouw ketting van de firma Weinert of Conrad
  • Modelbouw latjes, afm. 1 x 2 mm
  • Zwarte krimpkous 1,6 mm van de firma Conrad of de elektronicazaak op de hoek

Eindresultaat

Beschrijving

Het begeleidingsrijtuig

Het manschappenrijtuig is een ligrijtuig van het USATC, ondergebracht in het materieelpark van de DB. Dit rijtuig, door Roco gelimiteerd als Sondermodell voor het Minitanksprogramma uitgebracht, is met wat geluk nog wel eens op de modeltreinen beurs in Houten te bemachtigen. In het rijtuig komen de manschappen van de firma Noch. Noch levert onder nummer 16503 een set van 10 staande militairen, welke een plaatsje in het gangpad en enkele coupés krijgen. Voor de coupéramen kunnen bruine gordijntjes worden aangebracht, gemaakt van kaft- of inpakpapier. Het staat leuk in een enkele coupé de gordijnen gesloten te imiteren, in andere halfopen. Het papier moet met wat Christal Clear tegen de ruiten worden aangebracht en niet met lijm. Lijm en dan met name secondenlijm geeft rare vlekken op de beglazing en dat bederft het rijtuig behoorlijk. Niet gebruiken dus!

Bij dit rijtuig heeft Roco een perfecte stroomafname via de aspotten gerealiseerd. Het is dus goed mogelijk binnenverlichting in te bouwen. De tijd van gloeilampjes ligt inmiddels ver achter ons, we gebruiken minuscule SMD LEDjes die een prachtig wit licht zonder blauwe zweem uitstralen. Wat mooi is komt van ver; deze speciale LED’s zijn in Duitsland via internet te bestellen bij dotlight.de. We hoeven voor deze rijtuigverlichting niet eens het kleinste type maar kiezen voor SMD-LED 1206, 400 mcd, type SLW1206. Deze LED kost 0,89 Euro. Koopt u er 10 of meer dan krijgt u al korting. In ons rijtuig gebruiken we er een zestal waarmee we verschillende coupés individueel gaan verlichten. Het witte licht geeft een goede imitatie van TL-verlichting en door verschillende coupés al dan niet te verlichten wekken we de illusie dat sommige soldaten de pit al hebben en anderen nog in een verlichte coupé zitten (te pokeren?). Zorg er voor dat + en – (KNAP= Kathode Negatief, Anode Positief, bij een SMD-LED is de anodepool gemarkeerd met een gekleurde stip, bij gewone LED's is dit het lange pootje.) op elke aansluiting gelijk zijn en soldeer de LED's tussen 2 messingdraden in boven de coupé's. Dan nog draden naar de stroomafnemers in de rijtuigbodem. Een weerstandje van 470 Ohm aan de + niet vergeten. Deze LED's hebben een doorlaatspanning van ongeveer 3,5 Volt en een bedrijfsstroom van ongeveer 20mA. De weerstand berekenend kom je op 410 Ohm. Om het licht niet te fel te laten schijnen kan de weerstand best iets hoger liggen, 470 Ohm voldoet prima.
Tenslotte wordt nog een strip aluminiumfolie tegen de binnenkant van het dak gelijmd voor de reflectie en klaar is het rijtuig.

Een lichte weathering aan de onderzijde (schortplaten en draaistellen) en een beetje roet en stof over het dak geneveld maken het helemaal af.
Kunt u nu het rijtuig van Roco Minitanks -zoals op de foto te zien- niet meer bemachtigen, dan kan ook een normaal DB-rijtuig worden ingezet. De DB gebruikte in die jaren met name al wat oudere rijtuigen, zoals de vierassige types ‘Hecht’ B4üwe-22/53 (Roco 44439) of vooroorlogse sneltreinrijtuigen.

De platte wagen

Er moet een keuze worden gemaakt voor het type wagen en het type tank dat daarop getransporteerd gaat worden. Voor de wagens kan een keuze worden gemaakt uit de zesassige Ssym46 (in model bij Liliput en Märklin) of de vierassige Ssy45 (Roco). Nu we een achttal wagens nodig hebben moet niet elke wagen het zelfde nummer hebben.
Omnummersetjes (watertransfers) zijn onder nummer G333 te bestellen bij http://www.gassner-beschriftungen.de/. Hiermee kan elke wagen een eigen nummer krijgen. Het aanbrengen van de transfers valt buiten dit artikel, maar is op de genoemde website na te lezen.
In deze trein is gekozen voor de vierassige wagen, ook al omdat Roco Minitanks deze leverde in een verpakking samen met een geschikte tank. Set 858 bevatte een Ssy45 van de DB met tijdperk 3-beschrifting met daarbij een M48 ‘Patton’tank van de Deutsche Bundeswehr. Door de aanschaf van deze set hoefde er niet veel gewijzigd te worden aan de wagenopschriften. Wel moesten de tanks hun Duitse jasje inruilen voor een US-outfit met de witte ster. Over de aanpassing van de tanks later meer, eerst gaan we verder met de acht wagens en dat wordt pure lopende band productie.
Uit het onderdelenzakje bij elke wagen worden alleen de het remrad aan de wagenzijkanten gelijmd. Ik gebruik hiervoor UHU Hart, dat voorkomt witte uitslag van secondenlijm. Het rembordes en de 8 rongen per wagen gebruiken we niet, dit belemmerd de tanks in het overrijden van de wagens en de tanks zijn buiten profiel, zodat rongen in de weg zouden staan. De wagens kunnen nu worden geweatherd, vervuilen is een beter woord, maar ja bij Amerikaanse lading mag er best eens een woordje buitenlands tussendoor. Met de verfspuit wordt de wagenbodem eerst in een lichte houtkleur gespoten. Als deze combinatie van zandkleur met een beetje geel en roestbruin goed is gedroogd kun je sterk verdunde zwarte verf in de planknaden laten lopen. Verdun het zwart met wat terpentine en laat het vanaf een penseeltje in de voegen lopen. De bodem ziet er nu al niet meer zo plasticachtig uit en krijgt straks door een afsluitend neveltje roest en stof nog de finishing-touch.

De draaistellen worden gedemonteerd, waarna de buitenzijde van de wielen een kleurtje krijgen opgespoten dat het midden houdt tussen fel roestbruin en stoffig grijs. Hier is geen recept voor te geven, lekker wat verf mengen en oefenen tot het resultaat u realistisch lijkt is het beste. De draaistellen zelf worden eerst matzwart gespoten. Is dit goed gedroogd dan een dunne nevel stof/aardkleur en roest er overheen spuiten. Tenslotte kan het draaistel, na droging, worden bewerkt met een bijna droog penseel waaraan stofgrijze verf om de details weer iets meer te benadrukken.
Een lichte waas stof over de opschriften en de wagenzijkanten maakt het karweitje af. Bedek de opschriften niet geheel met verf, in werkelijkheid wordt met name het wagennummer altijd weer vrij gepoetst.

Te gebruiken 25ml glazen potjes van Revell welke zo onder de verfspuit gehangen kunnen worden zijn 31116 Airbrush zand, 31187 Airbrush aardkeur, 311185 roestbruin, 31177 stofgrijs. Gebruik uitsluitend matte kleuren en door mengen kunt u leuke kleuren krijgen om mee te weatheren.

Tanks op de trein

Nu de lading. De tanks in hun Bundeswehr-jasje zien er wel erg plasticachtig uit. Eerst maar eens een blik werpen op de website van http://www.patton-mania.com/ om te zien hoe zo’n M48 tank er in werkelijkheid uit zag. De M48 is gebouwd tussen 1952 en 1959 in een oplage van meer dan 11.000 exemplaren. Het Amerikaanse leger in Westduitsland had er ook vele in gebruik. Om te beginnen worden de tanks, na montage van de onderdelen, volledig dekkend overgespoten in een enigszins olijfgroene US-Army kleur. De juiste kleur valt te mengen met behulp van de voorbeeldfoto’s. De rupskettingen krijgen een roestbruine kleur. Voor de opschriften én de beroemde witte ster kunnen we terecht bij https://tl-modellbau.de/, al weer een Duitse firma waar we via de webshop kunnen bestellen.
Set 1420 (met de sterren) en set 1425 met de kentekens en registratienummers van de tanks hebben we nodig. Ook deze transfers zijn op waterbasis. Ze worden geleverd met een goede gebruiksaanwijzing. Aan weerszijden van de geschutskoepel en op de voorzijde komt een grote witte ster, op de bumpers twee kleine sterretjes. Het registratienummer komt aan weerszijden op de flanken van de tanks en het kenteken op de achterbumper. Ook hier verduidelijken de foto’s meer dan alle tekst.

Om de tanks tijdens het transport te beschermen worden manchetten aangebracht om de loop van het kanon en van de vastgemonteerde mitrailleur. Ook de overgang tussen loop en geschutskoepel krijgt zo’n beschermkleed. We maken dit uit enkele velletjes van een papieren zakdoekje. Deze worden op maat geknipt en om de lopen en op de genoemde overgang gedrapeerd. Na insmeren met verdunde houtlijm is het een perfecte imitatie. Deze kleden worden in een grijsgroene kleur geschilderd met een penseel en daarna met een bijna droog penseel met lichtgrijs geaccentueerd. De vouwen in het doek komen nu mooi uit. Voor het transport op de trein wordt de geschutskoepel naar achteren gedraaid. De loop komt daarbij te rusten op de roosters rechtsvoor (eigenlijk dus rechtsachter) van de tank. De loop wordt daarbij naar beneden gericht en wijst straks naar de rechter buffer van de Ssy45. De loop wordt geborgd met een ketting om de loop, welke aan de onderzijde van de tank wordt vastgelijmd. Behalve kettingen van https://weinert-modellbau.de/ is een goedkoper alternatief de modelbouwketting van Conrad, bestelnummer 219016 – 89. Het bijzondere kenmerk van deze ketting is de geringe grootte van de afzonderlijke schakels (0,98 x 1,2 mm/ draaddikte 0,2 mm). Er wordt 1 meter ketting in een zakje geleverd.

Als laatste handeling aan de tanks worden in totaal 4 gaatjes geboord van 1,2 millimeter . Er komen er 2 aan de voorzijde en 2 aan de achterzijde van de bumpers van de tank. Hieraan worden de kettingen bevestigd waarmee de voertuigen straks op de wagens staan. Steek een railspijkertje door de eerste schakel van de ketting en steek dit vervolgens in het geboorde gaatje. Een drupje secondenlijm en de kettingen zitten deugdelijk vast. Om elke ketting kan een kort stukje zwarte krimpkous worden geschoven als imitatie van de sjorhaken waarmee de kettingen worden gespannen. De krimpkous even verhitten met de soldeerbout en het lijkt allemaal net echt!

De tank kan nu op de wagen worden gelijmd. Zorg er daarbij voor dat de tank in het midden van de wagen staat en dat aan beide zijden de rupsbanden evenveel oversteken over de wagenbodem. De kettingen aan de tank worden nu kruislings gespannen (zie de foto’s) en buiten de buffers aan de kopkanten van de wagens gelijmd. Tenslotte worden van modelbouwhout (latjes van 1 x 2 mm) keggen gesneden die aan weerszijden voor de rupsen worden gelijmd. Uw tank is nu klaar voor transport. Een kleine vervuiling met wat roest en stof rond de rupsen maken de tanks helemaal af. Overdrijf dit niet, want de tanks werden na een oefening altijd gelijk gereinigd. Met wat matte lak over de complete wagen met tank gespoten worden de opschriften beschermd en kan de trein worden samengesteld.

Hoog op de rongenwagen

Overige voertuigen, zoals de GMC-vrachtwagen op de foto, gaan in de trein mee op rongenwagens. Daarvoor gebruiken we niet de houten R10, maar een metalen tweeassige wagen zoals de DB serie Rmso31 (model Fleischmann), de Rmms33 (Piko) of Rlmms58 (Roco).
Eerst wordt van dun fineer een wagenbodem van echt hout aangebracht. Als het vloertje ligt, wordt het verouderd met beits van Asoa. Deze beits is onder nummer 214003 – 89 te verkrijgen bij Conrad.
Het hout ziet er nu verweerd en gebruikt uit. De vrachtauto wordt nu in het midden van de vloer gepositioneerd en met UHU-Hart onder de banden gefixeerd op de houten bodem. Ook nu weer houten keggen voor de wielen en nu ook naast de banden en de bekende kettingen-met-krimpkous aan de voor- en achterbumper. Op deze manier kunnen ook Jeeps en andere voertuigen in de trein worden opgenomen. De GMC is natuurlijk meer een model van het eind van WO2, maar het is een leuk automodel en een beetje dichterlijke vrijheid in de modelbouw moet kunnen.

All aboard!!

De trein kan nu aan zijn rit beginnen. Als eerste wordt het begeleidingsrijtuig geplaatst, dan de zwaartransportwagens en tenslotte de rongenwagens. Ondanks de geringe treinlengte (in model een dikke 2 meter) is zo’n trein in werkelijkheid flink aan het gewicht. Daarom zijn sterkte locs nodig. In de inleiding zijn de meest voorkomende types al genoemd. Helemaal spectaculair wordt het natuurlijk op hellingrijke trajecten. Daar kunnen voorspan- en opduwlocs voor een waar modelbaanspektakel zorgen. Doordat de treinen met de zijdelings overstekende tanks zijn ingelegd als buitenprofieltransport moeten ze soms op emplacementen vreemde routes nemen, bijvoorbeeld niet langs perrons of dicht bij het spoor staande borden en seinen. Creatief rijden wordt het dus met uw eigen Dgm uit de jaren zestig.
Dgm? Oja, dat is de goederentrein-indeling zoals de goeie ouwe Bundesbahn die hanteerde voor deze treinen: Durchgangsgüterzüg militär. Ook als er manschappenrijtuigen in de trein zaten, werd de trein als goederentreinsoort aangeduid. Had Jan Soldaat haast dan werd de Dgm opgewaardeerd tot Egm; Eilgüterzüg militär. Ordnung muss sein bij de DB, zelfs in een kouwe oorlog…