Hooiwagens
Na in de voorgaande afleveringen al de nodige produkten op onze
modelgoederentreinen te hebben geladen, deze keer een vervoer wat typisch was
voor een wagonnetje op een lokaallijn.
We gaan hooi vervoeren.
Vervoer van hooi kwam met name in de jaren dertig t/m vijftig voor op lokale tramlijnen(zelfs achter electrische NZH-trams bij de voormalige ’Waterlandse tram’!) en op boemellijntjes waar de trein vaak het vervoermiddel was om een bult hooi op tijd bij de grasdrogerij te krijgen. Een oude voorbeeldfoto in een Duits miniatuurblad van een rongenwagen met daar op hooi onder een dekzeil bracht de doorslag om dit vervoer ook op schaal te imiteren.
Benodigdheden
- rongenwagen (zie beschrijving in artikel)
- goedkopen kwasten met blanke haren
- spuitlijm
- houtlijm
- secondenlijm
- oude zakdoek
- diverse kleuren water verdunbare verf (zwart, bruin enz.)
- zwart garen
- naald
- schaar
- hobbymes
- wegwerp handschoenen
De wagen
Hier volstaat een tweeassige rongenwagen van een wat ouder type, dus geen Kbs maar bijvoorbeeld een houten R10 waarvan er duizenden in Duitsland hebben rondgereden, en welk type Piko nu ook in een NS-tijdperk 3 uitvoering heeft gebracht. De echte purist kan de wagenbodem en de rongen ook nog vervangen door echte houten exemplaren, welke weer in de kleur van de wagen moeten worden geschilderd.
Eindresultaat
Beschrijving
Het hooi
Hoe maak je "schaalhooi"? Vele mogelijkheden zijn
geprobeerd, maar de beste leek toch de volgende.
Van een dikke verfkwast met lichte haren (niet te duur bij de bouwmarkt
verkrijgbaar) worden de meeste kwastharen afgesneden/afgeknipt. De kleur lijkt
zo direct al heel acceptabel. Maak stukjes van ongeveer 1 cm lang. Zodra je een
flink stapeltje losse kwastharen hebt, wordt het tijd om wegwerp-handschoenen
aan te trekken.
We gaan namelijk met een spuitbuslijm de hoop losse haren inspuiten.
Kneed hiervan een soortworstvormige massa en laat de lijm goed uitdrogen. Na
droging wordt de "hooiworst" bijgeknipt tot een rechthoekig geheel
wat straks precies tussende rongen van onze wagen past. Er ontstaat dus een
soort rechthoekig blok van hooi dat hoger moet zijn dan de rongen, maar blijf
wel binnen het vrije ruimteprofiel.
Het voordeel van deze methode is dat de hooilading gedeeltelijk doozichtig
blijft en vrijwel niets weegt. Smeer de wagenbodem in met witte houtlijm en
breng het "hooiblok" aan.
Het dekzeil
Op de eerder vermelde voorbeeldfoto was de hooilading afgedekt
met een zeilkleed.
Een plotselinge regenbui had dan weinig invloed op de staat van de lading.
Het dekzeil maken we van een stukje stof dat anderhalf keer de lengte en
anderhalfkeerde breedte van de wagen heeft. Een zakdoek levert hiervoor de
ideale stof.
Met naald en draad (weer uit tante Agaath'snaaikamertje geleend...)
halen we zwart garen door de uiteinden van het dekzeil om zo het kleed aan de
onderzijde van der ongenwagen te bevestigen. Dit laatste kan met een
druppeltje secondenlijm. Het kleed dekt nu volledig de bovenzijde en
gedeeltelijk de zijkanten van de hooilading af.
Met sterk verdunde verf kan het kleed nogvan wat andere kleur nuances worden voorzien en klaar is al weer een wagentje voor in de modeltrein.